zaterdag 24 maart 2012

RFO-blog mrt2012 #5 (slot) - "Het Utrechtse publiek verkoos de concertzaal boven het terras"

Het Radio Filharmonisch Orkest en het Groot Omroepkoor voeren voor het eerst sinds 1977 de complete versie uit van Hector Berlioz' 'symphonie dramatique' Roméo et Juliette, op.17 uit 1839. De repetities en het concert op vrijdag 23 maart 2012 stonden onder leiding van James Gaffigan, de vaste gastdirigent van het RFO. Leden van het orkest hielden een blog tijdens het repetitieproces. (> meer informatie over het concert)

"Zal het nu weer 35 jaar duren voordat we dit meesterwerk opnieuw uitvoeren?"

door Rebecca Smit (cello)

Soms verschijnen er muziekstukken op je lessenaar waarvan je je afvraagt waarom je ze nu pas hebt leren kennen. Is het toeval dat je dit stuk nog niet kende of valt het onder de categorie ‘verborgen’, misschien ‘verwaarloosde’ of zelfs wel ‘vergeten schatten’? Roméo et Juliette van Hector Berlioz is een voorbeeld van zo’n compositie. Dit geweldige en expressieve werk werd in zijn complete versie in 1977 voor het laatst door een radio-orkest uitgevoerd en was pas 35 jaar later opnieuw te horen in Muziekcentrum Vredenburg: afgelopen vrijdagavond brachten het Radio Filharmonisch Orkest en het Groot Omroepkoor deze ‘symphonie dramatique’ ten gehore, onder de bezielende leiding van de energieke en sympathieke dirigent James Gaffigan. Het Utrechtse publiek had op deze prachtige lenteavond de concertzaal in grote getale verkozen boven het terras.

Berlioz liet zich inspireren door de literatuur en raakte destijds in Parijs dusdanig onder de indruk van een opvoering van de beroemde tragedie van Shakespeare en met name van één van de hoofdrolspeelsters, dat hij besloot tot het schrijven van een dramatische symfonie. Berlioz beschouwde deze compositie met klem als ‘een symfonie met koor’ en niet als ‘opera’ en dat kun je je goed voorstellen als je de partituur openslaat. De diverse virtuoze orkestdelen, zoals het scherzo, zijn een ware uitdaging voor ieder orkest en tijdens het spelen van deze en diverse andere passages heb ik vaker het gevoel dat we met een kleine extra harmonische afslag zo in de Symphonie Fantastique [op 18 en 20 november 2011 nog uitgevoerd door het RFO, red.] van dezelfde componist terecht hadden kunnen komen. Het idioom van beide stukken vertoont namelijk zeker gelijkenissen: Berlioz is heel herkenbaar aanwezig door de grillige baslijntjes en de onvoorspelbaar klinkende maar speelse trillertjes, afgewisseld door meer lyrische en verstilde passages.
Toch ontbreekt in de ‘symphonie dramatique’ het opera-element zeker niet, wat het dramatische karakter van deze symfonie extra onderstreept: afwisselend klinken er recitatieven en ontroerende aria-achtige gedeeltes in kamermuziekbezetting, zoals de solo van mezzosopraan Géraldine Chauvet, begeleid door toverachtige akkoorden van de harp en later vergezeld van een melancholisch klinkende melodielijn voor 6 celli.

In een ander deel zingt er een backstage Groot Omroep mannenkoor zo indrukwekkend zacht dat je als strijker bijna met één haar van de strijkstok moest spelen om hen goed te kunnen begeleiden.

Voor het orkest was dit concert een avontuur: de dirigent had al deze losse delen de afgelopen week heel goed en efficiënt gerepeteerd door telkens tijdens de repetities met de grootste bezettingen te beginnen en te eindigen met de kleinere, waardoor de uiteindelijke grotere muzikale spanningsboog van de gehele symfonie ook voor ons musici pas op het concert ècht werd ontrafeld.
De rijke variatie in partituur, bezetting en klankkleur maakten dat de avond omvloog: door de snelle sfeerwisselingen in de muziek word je als musicus constant alert gehouden zodat je het bijna twee uur durende stuk muziek niet als lang ervaart, eerder als spannend. Ook het publiek leek meegenomen te worden in het muzikale verhaal, dan weer wegdromend door de lyrische aria’s, dan weer wakker geschud door woeste en onheilspellend klinkende orkestrale passages. Orkest, koor, dirigent en solisten werden na afloop dan ook beloond met een warm applaus en een staande ovatie.

Na afloop verlaten musici en toehoorders de zaal. Voor sommigen is het nu tijd voor een borrel, voor anderen voor de bus en zo verspreidt iedereen zich over het gebouw, het parkeerterrein en de stad. In de zaal zelf weerklinken al gauw alleen nog de geluiden van schuivende stoelen en lessenaren die worden opgeruimd en instrumenten die weer worden ingepakt en ingeladen. Backstage vraag ik me af of het nu weer 35 jaar zal duren voordat dit meesterwerk van Berlioz in deze stad weer tot leven zal komen. Ik hoop veel eerder want ik weet in ieder geval nu al dat ik daar niet zo lang op zal kunnen wachten!

foto boven: Mirjam Bosma, foto's beneden: Rebecca Smit

> RFO-blog mrt2012 #4 - Een dagje backstage in Vredenburg Leidsche Rijn
> RFO-blog mrt2012 #3 - "Posthuum benoem ik Paganini tot Medewerker van de Maand!"
> RFO-blog mrt2012 #2 - "Hoog tijd om verliefd te worden!"
> RFO-blog mrt2012 #1 - "Wat is er mooier dan één fagot? Juist!"

donderdag 22 maart 2012

RFO-blog mrt2012 #4 - Een dagje backstage in Vredenburg Leidsche Rijn

Het Radio Filharmonisch Orkest en het Groot Omroepkoor voeren voor het eerst sinds 1977 de complete versie uit van Hector Berlioz' 'symphonie dramatique' Roméo et Juliette, op.17 uit 1839. De repetities en het concert op vrijdag 23 maart a.s. staat onder leiding van James Gaffigan, de vaste gastdirigent van het RFO. Leden van het orkest houden een blog tijdens het repetitieproces. (> meer informatie over het concert)

"Never a dull moment!"

door Peter Tollenaar (productieleider RFO)

7.45: Ik zit met mijn bordje muesli het journaal te kijken en er blijken geen treinen te rijden vanaf Amsterdam CS. Meteen schiet er een lijst door mijn hoofd met namen van orkestleden die vandaag vanuit Amsterdam naar Utrecht moeten omdat we vandaag repeteren in Vredenburg Leidsche Rijn. Als er veel orkestleden te laat zijn kunnen we misschien niet op tijd beginnen, zoals de laatste keer dat James Gaffigan bij ons was en wij 1,5 uur later moesten beginnen omdat de orkestbussen, dirigent en solisten door de sneeuwval veel te laat waren. Gelukkig zit James deze keer in een taxi vanuit Amsterdam dus dat is een probleem minder. Ik zit inmiddels in de auto en het regent sms’jes en telefoontje van Amsterdammers die denken te laat te komen, een van hen heeft zijn instrument nog in Hilversum liggen en als hij deze nog moet ophalen zal hij zeker veel te laat komen. Ik raad hem aan om met een collega mee te rijden en ik ga zijn instrument bij het MCO halen. 10 minuten voor aanvang van de repetitie ben ik in Utrecht: gehaald!

Mijn collega René Meulenberg van het Groot Omroepkoor meldt dat er ook de nodige koorleden te laat zullen komen. We maken de balans op en in overleg met James Gaffigan besluiten we toch om op tijd te beginnen.
Het orkest speelt en het koor zingt, tijd om bij een bakje koffie samen met René en Manon Tuynman (van de omroep) de details van het volgende seizoen door te nemen.
In de koffiepauze van het orkest vraagt James of ik even in de zaal wil luisteren of de balans tussen het koor dat achter de bühne zingt en het orkest in orde is. Na het eerste fragment blijkt dat het koor te aanwezig is, de grote deur gaat dicht en het fragment wordt herhaald. Nog steeds is het koor te sterk: James bespreekt met koordirigent Simon Halsey de mogelijke aanpassingen en bij de derde poging is er een mooie balans tussen koor en orkest. Ook al klinkt het koor van ver, het is duidelijk te horen.

In de lunchpauze zit iedereen buiten te genieten van de zon. Een orkestlid vraagt mij of de repetitie van morgen echt 1,5 uur moet duren. Ik weet dat James tevreden is met het verloop van de repetities en stel voor om de repetitie van de volgende dag met een half uur in te korten: het lijkt hem een goed idee. Even langs de omroep om te checken of het voor de opnameploeg ook kan, navragen of de bussen beschikbaar zijn en bij Wim Hulsman vragen of het wat de OC betreft kan. Iedereen kan zich er in vinden dus meld ik het op de bok voordat de repetitie verder gaat: iedereen blij.

Het laatste gedeelte van de reptitie gebruik ik om de volgende productie door te nemen: er blijkt op het laatste moment nog een blazer bij te moeten, de vervanging is snel geregeld en ik zorg dat onze eerste klarinettist de partijen meeneemt zodat de remplaçant deze kan studeren voor de eerste repetitie van aanstaande dinsdag. Nog even wat e-mails beantwoorden, de registratie bijwerken en nadat het orkest in de bus gestapt is ga ik ook naar huis.

De volgende dag: ‘s ochtends mijn zieke collega bij de RKF vervangen, ‘s middags een werkbezoek aan de Westergasfabriek in Amsterdam voor de productie 2001 a space Odyssey (op 21 juni a.s. in het Holland Festival!) en ‘s avonds micro en concert met RFO/GOK: Roméo en Juliette van Berlioz: Never a dull moment!

foto's: Peter Tollenaar (foto boven) en Esther de Bruijn

> RFO-blog mrt2012 #3 - "Posthuum benoem ik Paganini tot Medewerker van de Maand!"
> RFO-blog mrt2012 #2 - "Hoog tijd om verliefd te worden!"
> RFO-blog mrt2012 #1 - "Wat is er mooier dan één fagot? Juist!"

woensdag 21 maart 2012

RFO-blog mrt2012 #3 - "Posthuum benoem ik Paganini tot Medewerker van de Maand!"

Het Radio Filharmonisch Orkest en het Groot Omroepkoor voeren voor het eerst sinds 1977 de complete versie uit van Hector Berlioz' 'symphonie dramatique' Roméo et Juliette, op.17 uit 1839. De repetities en het concert op vrijdag 23 maart a.s. staat onder leiding van James Gaffigan, de vaste gastdirigent van het RFO. Leden van het orkest houden een blog tijdens het repetitieproces. (> meer informatie over het concert)

"Alleen Berlioz is in staat de gestorven Beethoven weer tot leven te brengen"

door Michiel Eekhof (tweede viool)

Bovenstaand citaat is wat Paganini schreef aan Berlioz. Hij schonk hem via een brief, gedateerd 18 december 1838 te Parijs, direct de immense gift van maar liefst 20.000 francs. De violist had met zijn optredens in de vroege jaren van 1830 een enorm fortuin vergaard en boze tongen in de Parijse pers beweerden dat de virtuoos bijzonder gierig met zijn verzameld kapitaal omsprong. Welnu, door deze gift aan Berlioz kon de componist zijn tijd volledig wijden aan het componeren en zette hij zich aan het schrijven van Roméo et Juliette, een dramatische symfonie met koren.

Dit gegeven maakte mij nieuwsgierig naar de relatie tussen de componist en de violist. Vergeefs zocht ik in de partituur naar violistische passages met Paganiniaanse trekken, temeer omdat Berlioz de symfonie had opgedragen aan Paganini, maar heb deze tot dusver niet aangetroffen. Geen linkerhand-pizzicati, dubbel-flageoletten, scordatura’s (verstemmen van snaren) en andere capriolen waarmee de violist in Europa zijn faam bereikte. Uit verslagen van tijdgenoten lezen wij dat Paganini met een soort hypnotische uitstraling klanken uit zijn viool wist te toveren die het publiek totaal verraste.
Tegen de tijd dat Berlioz en Paganini elkaar ontmoetten kende Berlioz Paganini alleen van reputatie. Hij heeft de violist door omstandigheden nooit horen spelen alhoewel Paganini hem de opdracht had verleend tot het schrijven van een altvioolconcert, hetgeen resulteerde in Harold en Italie. Voor de violist was dit werk helaas niet virtuoos genoeg en had hij bezwaar tegen de rustmaten, (altijd weer een hele klus om die uit te tellen).

Voor de orkeststrijker biedt de partituur van Roméo et Juliette genoeg uitdaging in articulering, frasering en klankkleur. Al meteen in de opening met de fugatische inzetten, die de zwaardgevechten tussen de adellijke families Montague en Capulet klankbeelden, dwingt Berlioz ons tot capricieuse streken die een geoliede streekbeheersing vereisen. De ontwikkeling van de strijkstok had in Berlioz’s tijd in Frankrijk tot innovaties geleid met het oogmerk springerige streekvormen zoals ricochet en vliegend staccato met meer gemak te kunnen uitvoeren. Het Tourte model, waar Paganini ook mee speelde, heeft sindsdien geen belangrijke innovaties meer doorgemaakt en is nog steeds het huidige strijkstokmodel.

Gelukkig drijft onze dirigent van deze week, James Gaffigan, ons niet in de hoek met de voorgeschreven metronoomaanduidingen in de partituur. Dit komt de rust en controle ten goede van het snelle passagewerk. Het tempo hoeft tenslotte niet snel te zijn, maar snel te klinken. Ook in het Scherzo, La Reine Mab, bewijst ons Tourte-model zijn goede diensten.
Het deel Strophes, met zijn 218(!) maten rust, geeft mij de tijd een beeld te vormen van de laatste ontmoetingen tussen Berlioz en Paganini. Paganini had tegen het einde van zijn leven door een keelaandoening geen stem meer om mee te spreken, dus had Berlioz tijdens wandelingen potlood en papier bij zich zodat Paganini bij tijd en wijle het missende vocabulaire kon aanvullen. Enkele geluiden kwamen nog wel uit de tandeloze mond van de voormalige virtuoos, maar deze konden slechts worden geduid door zijn zoon Achille.
Helaas heeft Paganini het aan hem opgedragen werk nooit kunnen beluisteren want hij is
niet lang daarna in Nice (1840) overleden aan de genoemde aandoening. Ook omdat in de deze tijd de artsen behandelmethoden praktiseerden die al sinds geruime tijd niet meer worden vermeld in de Codex Medicus.

In de Prologue geniet ik van de hoogstaande kwaliteit van ons Omroepkoor en ben weer zeer onder de indruk van Simon Halsey’s deskundigheid en precisie.
Met dank aan Paganini, de vioolvirtuoos, mogen wij dit meesterwerk ten gehore brengen. Dit vioolgenie dat ook Schubert, Liszt en vele anderen heeft geinspireerd met zijn composities. Zonder zijn genereuze gift had Berlioz niet de middelen gehad om ongestoord Roméo en Juliette te componeren. Posthuum benoem ik Paganini tot Medewerker van de Maand!

foto's repetitie en bladmuziek: Esther de Bruijn

> RFO-blog mrt2012 #2 - "Hoog tijd om verliefd te worden!"
> RFO-blog mrt2012 #1 - "Wat is er mooier dan één fagot? Juist!"

dinsdag 20 maart 2012

RFO-blog mrt2012 #2 - "Hoog tijd om verliefd te worden!"

Het Radio Filharmonisch Orkest en het Groot Omroepkoor voeren voor het eerst sinds 1977 de complete versie uit van Hector Berlioz' 'symphonie dramatique' Roméo et Juliette, op.17 uit 1839. De repetities en het concert op vrijdag 23 maart a.s. staat onder leiding van James Gaffigan, de vaste gastdirigent van het RFO. Leden van het orkest houden een blog tijdens het repetitieproces. (> meer informatie over het concert)

"Vandaag is de astronomische lente begonnen"

door Harry van Meurs (slagwerk)

We vieren de lentemaand. Vandaag, 20 maart, is om 06.14 uur op het noordelijk halfrond de astronomische lente begonnen. Hoog tijd om verliefd te worden. En dat is hij, Shakespeares Romeo, verliefd op Rosaline. Nee, nog niet op Julia. Zij wordt geacht te trouwen met de edelman Paris, familie van de prins van Verona. Shakespeare laat zijn drama spelen op drie achtereenvolgende dagen in juli. Het zou goed kunnen dat in de Veronese lente Romeo verliefd werd op Rosaline en Paris op Julia.
Hector Berlioz laat deze relaties geheel buiten beschouwing in zijn dramatische symfonie. Hij richt zich volledig op de wederzijdse verliefdheid van de zestienjarige Romeo Montague en de dertienjarige Julia Capulet.

Berlioz vindt zijn Julia in de Engelse actrice Harriet Smithson. Zij bezoekt met haar toneelgezelschap Parijs, van oudsher de stad van de liefde. De opvoering van Shakespeares toneelstuk met Harriet in de rol van Julia, inspireert Berlioz tot zijn compositie. Hector en Harriet trouwen en wonen in Montmartre.
Tot voor enige jaren bevond zich achter de Place du Tertre het kleine museum l'Historial de Montmartre. Hier waren – in was – de kunstenaars te zien die in dit Parijse arrondissement leefden. Berlioz vertoonde zich gezeten achter de piano, een instrument dat hij helemaal niet beheerste. Hij speelde gitaar en dat is ook een veel handzamer instrument voor het brengen van een serenade onder het balkon van de geliefde.

> RFO-blog mrt2012 #1 - "Wat is er mooier dan één fagot? Juist!"

maandag 19 maart 2012

RFO-blog mrt2012 #1 - "Wat is er mooier dan één fagot? Juist!"

Het Radio Filharmonisch Orkest en het Groot Omroepkoor voeren voor het eerst sinds 1977 de complete versie uit van Hector Berlioz' 'symphonie dramatique' Roméo et Juliette, op.17 uit 1839. De repetities en het concert op vrijdag 23 maart a.s. staat onder leiding van James Gaffigan, de vaste gastdirigent van het RFO. Leden van het orkest houden een blog tijdens het repetitieproces. (> meer informatie over het concert)

"Had ie maar geen gum moeten worden..."

door Desirée van Vliet (dit keer op fagot en niet op contrafagot)

Deze week staat in het teken van Roméo et Juliette van één van mijn favoriete componisten Hector Berlioz. Dit werk is geen symfonie in zijn klassieke vorm, geen opera maar een dramatische symfonie. Echt bedoeld voor de concertzaal. Kleurrijk, sprankelend en typisch Berlioz.
Berlioz schrijft in veel van zijn werken vier fagotten voor. Zo ook hier. En wat is er mooier dan één fagot? Juist!
De eerste repetitie van deze week onder leiding van vaste gast-dirigent James Gaffigan is alleen met orkest. Solisten en Groot Omroepkoor stappen op woensdag studio 5 binnen.

De muziek heb ik al weken geleden opgehaald want die is op sommige plekken behoorlijk lastig en bovendien leuk om aan te pakken. Lekker met metronoom aan het studeren: tik - tak - tik - tak - tik - tak...
Eén is niet blij met deze enthousiaste aanpak: de gum, die vaak werkeloos ligt te wachten op het puntje van mijn lessenaar, is de klos. Mijn voorgangers hebben zoveel aantekeningen in hun partij achtergelaten dat door de krabbels de noten niet meer te vinden zijn.
Dit geeft onnodige verwarring en ergernis. Zo verandert mijn gum van een gezellige pinguin in een ondefinieerbare bol. Nou ja, eigen schuld, had ie maar geen gum moeten worden…

Kom aanstaande vrijdag 23 maart naar Vredenburg Leidsche Rijn of luister vrijdagavond naar Radio 4; De Vrijdagavond van Vredenburg. Veel luisterplezier!

zondag 11 maart 2012

GOK-blog maart 2012 #3 - "Might the Coca-Cola Company be interested in het Groot Omroepkoor?"

Het Groot Omroepkoor werkte mee aan twee uitvoeringen van de Negende van Beethoven met het Chamber Orchestra of Europe o.l.v. Bernard Haitink op 28 februari 2012 in Amsterdam en 5 maart in Parijs. Tenor Eyjólfur Eyjólfsson ('most people call me Eyvi') hield een fotoblog bij, in het Engels...

Our second concert of Beethoven's ninth Symphony with Maestro Bernard Haitink and the Chamber Orchestra of Europe was given at the Salle Pleyel in Paris last Monday evening. After a few hours delay on the Thalys train service we arrived to Paris just in time for a quick warm up with Chorus Master Edward Caswell before we joined Maestro and Orchestra in the big hall. The concert was very well received by the Parisians and it was a wonderful experience to perform in this lovely hall.

I - Soprano Judith Petra doesn't seem bothered at all by the long delay on the Thalys train. The train stood still at Bruxelles station for about two hours if I remember correctly due to a train near Paris catching fire earlier that morning.

II - Bass Joep van Geffen delighted with the complimentary lunch from the Thalys team to ease the wait during the delay. A lunch box filled with French delicacies; salade verte, pâté de thon, salade Niçoise and last but not least, mousse au chocolat. Lekker!

III - At last in Paris. Israeli bass, Itamar Lapid, enjoying the bus ride between Gare du Nord and Salle Pleyel.

IV - Judith Petra and her French can of Coca-Cola Light. Might the Coca-Cola Company be interested in het Groot Omroepkoor for it's next commercial campaign?

V - During the warm up rehearsal in Salle Chopin. Soprano Elma van den Dool very happy to be in Paris.

VI - An international game of poker. Two tenors and two basses clear their minds with their regular poker before going on stage. From left to right: Boguslaw Fiksinski from Poland, Palle Fuhr Jørgensen from Denmark, Ioan Micu from Romania and Joep Bröcheler from Holland.

VII - Hand of Queens. Bass Joep Bröcheler slightly concerned.

VIII - The majority of the choir members left Paris the following morning. I had planned to travel back with the evening train so that I could go and visit the Musée d'Orsey. After a lovely walk along the Champs-Élyssée and crossing the beautiful Pont Alexandre III I soon arrived to the former railway station. Upon my arrival I was greeted with the longest queue I have ever encountered and since my time in Paris was short I decided to postpone my long desired visit to the museum. The disappointment soon vanished as I was again taken by the many impressive sights of this ancient city during a walk in the Latin district. Paris' oldest church, Saint-Germain-des-Prés, is a former Benedictine abbey and the burial place of Merovingian kings of Neustria. The church is quite run down and is in need of serious maintenance. But due to it's poor state, the atmosphere is very special and mysterious.

IX - Before heading back to Gare du Nord I met up with my lovely niece and fashion student, Helga Sigríður, at La Perle in the charming Marais. The place is full of Parisian flair and colourful characters. The friendly Monsieur Pasquarelli was very keen on having his picture taken with my niece while she was waiting for our drinks at the bar table.

> GOK-blog maart 2012 #2 - "Maestro Haitink seemed quite pleased"
> GOK-blog maart 2012 #1 - "Haitink brings truth and sincerity to every musical intention"

dinsdag 6 maart 2012

Uyt den ouden doosch #21: De verrassende inhoud van een oude kast

Tijdens zijn zoektocht naar verborgen schatten in de Muziekbibliotheek stuitte medewerker Jan Jaap Kassies enige tijd geleden op een oude kast met verrassende inhoud, die bijzonder goed van pas kwam bij een onlangs afgerond promotieonderzoek.

Dezer dagen vindt in Utrecht de promotie plaats van musicoloog Emanuel Overbeeke. Het onderwerp van zijn proefschrift is ‘Nederlandse muziek bij Nederlandse symfonieorkesten 1945-2000’. Een belangrijk hoofdstuk is gewijd aan de – klassieke - omroeporkesten. (Voor de jongere lezers: dat zijn er ooit vier geweest: Radio Philharmonisch (later Fil-) Orkest, Omroep Kamerorkest, later Radio Kamerorkest, Omroep Orkest en Promenade Orkest.) Overbeeke heeft op vele plaatsen onderzoek gedaan: onder meer in de archieven – voorzover nog aanwezig – van de Nederlandse symfonieorkesten, van het Concertgebouworkest tot en met het Maastrichts Stedelijk Orkest (nu Limburgs Symfonie Orkest) en Frysk Orkest (inmiddels opgegaan in het Noord Nederlands Orkest). Ook bij het MCO heeft hij naspeuringen verricht: zo heeft hij zoveel mogelijk informatie verwerkt die hier is te vinden over het door de ‘radio-orkesten’ gespeelde repertoire. Vanaf het begin zijn hier veel werken van Nederlandse componisten geprogrammeerd.

Oude kaartenbakken
Behalve van OPAS – vooral bekend door de bekende dienstroosters voor de musici, maar sinds enige tijd gelukkig ook voorzien van een archiefgedeelte – heeft dr. Overbeeke ook gebruik kunnen maken van een minder bekende bron: de bakken met de kaarten waarin decennialang de producties van de Hilversumse orkesten zijn geboekstaafd. Hiermee kon hij de in OPAS (nog?) niet opgenomen data over opnamen en concerten vinden (vooral m.b.t. Kamerorkest en Omroep Orkest).
Een nog verrassender aanvulling vormde een viertal kaartenbakken van andere aard: hiermee werd bij de Nederlandse Radio Unie (voorloper van de NOS) bijgehouden welk repertoire bij de ‘landelijke orkesten’ (nl. buiten Hilversum) op de programma’s stond. Aan de hand hiervan kon men beoordelen welke composities meer of minder in aanmerking kwamen om ‘hier’ te worden opgenomen/gespeeld.


De geïnteresseerde kan via dit systeem kennisnemen van de programmagegevens van ca. 10 orkesten in de periode 1950-1970. Van vele honderden stukken kan zo met één blik worden nagegaan welk orkest het op welke datum heeft uitgevoerd. Bij de soloconcerten is in veel gevallen de naam van de solist vermeld. Hierdoor ziet men bijvoorbeeld dat pianist Hans Henkemans in de jaren 1951-1956 bij vijf verschillende orkesten de solopartij vertolkte in het pianoconcert in c kl.t. (KV 491) van Mozart.
Dit materiaal zou zeer goed als uitgangspunt kunnen dienen voor een volgend (promotie)onderzoek van een musicoloog, die zich gaat verdiepen in het programmabeleid van de Nederlandse symfonieorkesten tussen 1950 en 1970. We zullen hem/haar graag aan de kaartenbakken zetten.

> Uyt den ouden Doosch #20: Han de Vries - the radio recordings